Biografie

 

André Brasseur
The man with the golden organ

Hij zit tussen uw oren. Iedereen die de 20ste eeuw bewust heeft gemaakt, moet zeker ooit André Brasseur (°1939) gehoord hebben. Zijn nummers kregen overvloedige airplay en waren in heel Europa populair als generiekmuziek voor radio- en televisieprogramma’s. Zijn grootste hit ‘Early Bird Satellite’ (1965) was een internationale millionseller.

Toch is de Belgische Hammondvirtuoos een nobele onbekende. Alleen de incrowd kent zijn naam. Er zijn twee redenen voor die ‘anonimiteit’.

1/ de muziek
Brasseur brengt instrumentale muziek. Dat maakt het veel moeilijker om de titels van de nummers en de naam van de uitvoerder te onthouden.

2/ het leven
Brasseur investeert de inkomsten van ‘Early Bird Satellite’ in twee dancings in het zuiden van België. Die draaien zo goed dat ze al zijn tijd en aandacht vragen. Het is een modelvoorbeeld van een slimme belegging, maar het zet zijn carrière nogal abrupt in sluimerstand.

Zijn plotse verdwijning van het voorplan bezorgt Brasseur een mystiek aura. Maar het is bovenal de kwaliteit van zijn werk die van hem een blijvende cultheld maakt bij een verscheiden en toegewijd publiek: mods, fans van northern soul, superstar dj’s... De vinylplaten uit de jaren 60 en 70 worden druk verhandeld. Grotendeels buiten het weten van Brasseur om trouwens.

Vooral de periode 1965-1975 laat een creatieve geest op een hoog niveau horen. Brasseur kan swingen als de beste jazz, kan grooven als de felste funk en kan catchy zijn als de strafste pop. Hij combineert die elementen bovendien tot exquise partymuziek. Het is topamusement voor de massa dat na 50 jaar nauwelijks aan kracht heeft ingeboet. Het is alsof zijn oeuvre al die jaren in de beste omstandigheden is bewaard en vers en scherp uit een tijdscapsule komt. Hoewel de nummers uit een ver verleden komen, passen ze volledig bij vandaag.

Er zijn ontelbare compilaties uitgebracht van Brasseur, veel meer dan reguliere albums. Maar er was tot dusver geen ‘Best Of…’ die a) zijn hele carrière overliep en die b) verder ging dan de singles.

Een nieuwe compilatie peilt naar het genie van Brasseur. Ze zoekt ook onder de oppervlakte en is een showcase van een boeiende catalogus die het verdient om ontdekt te worden door nieuwe generaties.

Er is ook een feestelijke aanleiding: Brasseur is 75 jaar geworden, zijn grootste hit ‘Early Bird Satellite’ 50.
 

VAN HAM TOT HAMMOND

Dat het muziek zou worden, was al snel een uitgemaakte zaak voor André Brasseur, een handelaarszoon uit de Belgische gemeente Ham-sur-Sambre. In de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw was de klassieke weg dan het enige spoor. De jonge knaap studeert cello en piano aan het Conservatoire Lucien Robert in Tamines. Hij beëindigt zijn opleiding in 1955 - hij is dan pas 16 jaar - met een medaille van de regering.

De jongeling raakt in de ban van blues en jazz. Hij is wild van toppianisten als Errol Garner, Thelonious Monk en Oscar Peterson. In november 1961 verschijnt de eerste single van het André Brasseur Trio. ‘Exciting Blues/December’ zijn twee composities van Brasseur waarop hij piano speelt en ook zingt. De begeleiding: Luc Streels op bas en Bruno Castells op drums. Castells is de dan 17 jaar oude Bruno Castellucci. Hij zal uitgroeien tot een grote naam in de Belgische jazz en pop.

De legerdienst van Brasseur is geen oponthoud maar een sprong voorwaarts. De Belgische krijgsmacht mag in 1962 een groep sturen naar de vierde editie van het jazzfestival in Comblain-la-Tour. Dat evenement heeft een bijzondere historiek. De Amerikaanse GI Joe Napoli komt tijdens de Slag om de Ardennen (WOII) terecht in een klein dorp in de vallei van de Ourthe. Hij wordt er hartelijk ontvangen.

Na de oorlog wordt Napoli manager van een aantal grote Amerikaanse jazznamen. In 1955 keert hij terug naar het Waalse dorp om de mensen te bedanken. Hij hoort dat er geld nodig is om de kerk te renoveren en besluit te helpen. In 1959 staat Chet Baker bovenaan de affiche van het eerste Festival du Jazz in Comblain-la-Tour. Het festival geniet als snel internationale faam en wordt vaak ‘de moeder van alle Europese festivals’ genoemd.

Soldaat André Brasseur wordt in 1962 aangesteld als bandleider van het eerste Orchestre de Jazz de l’Armée Belge. Hij was een ervaringsdeskundige: het André Brasseur Trio had een jaar eerder al op Comblain-la-Tour gestaan. Het sextet (samenstelling: bas, drums, gitaar, toetsen en twee blazers) repeteert in het Klein Kasteeltje, de Brusselse kazerne waar alle dienstplichtige Belgen in die tijd hun legerdienst startten.

Eén klein probleem: Brasseur heeft geen eigen instrument. Dus moet er gehuurd worden. Er is geen prijsverschil tussen een piano en een elektrisch orgel. Brasseur kiest een Hammond Spinet als klavier.

In legerkostuum en met donkere zonnebril leidt hij zijn troepen op 4 en 5 augustus 1962 door een korte set van een kwartier met jazzstandards (onder meer ‘On The Sunny Side Of The Street’) en eigen composities. Brasseur had alle arrangementen geschreven.

Zijn talent blijft niet onopgemerkt dat weekend in Comblain-la-Tour. Enkele Amerikaanse muzikanten proberen hem te overhalen om de Atlantische Oceaan over te steken. Hij zou er zeker en vast werk vinden bij één van de jazzgroten.

Brasseur heeft echter andere plannen. Hij trekt naar Parijs om de showbusiness te leren kennen. Het is hard werken. ‘Ik heb overal aangeklopt. Maar er is altijd wel iemand die sneller of beter kan spelen.’ Het dubbele besluit van Brasseur: a) Parijs is een dood spoor en b) hij moet eigen nummers maken om zich van de concurrentie te onderscheiden.

Terug in België brengt hij twee singles uit met het Trio Brasseur: ‘Virginia/Glip-Glap’ (1963) en ‘Je Suis Amoureux/La Vie Est Belle’ (1963). Brasseur schrijft de muziek en zingt teksten van Jean-Claude Darnal. Die Franse zanger neemt het nummer ‘Virginia’ zelf op als B-kant van zijn single ‘Dites-Moi M’Sieur (L’Oiseau’)’. De Nederlandse vertaling van de A-kant, ‘De Vogel’, wordt in 1970 een megahit (100.000+) in België in de versie van Tim Visterin.

Brasseur neemt alweer twee belangrijke besluiten:

a) hij beseft dat hij geen begenadigd zanger is en kiest daarom voor instrumentale muziek en
b) hij gaat voluit voor een artiestenbestaan.

Dat betekent vaak én lang spelen. Broodmuzikant Brasseur resideert in 1963 met zijn orkest in La Récréation, een club in het centrum van Brussel. Ze lag niet ver van de Ancienne Belgique, de belangrijkste concertzaal van de Belgische hoofdstad.

In die tijd stonden daar grote buitenlandse namen vaak een hele week op de affiche. La Récréation was een populaire doorzakplek na de shows. ‘De Franse ster Claude François is ons toen verschillende keren komen zien,’ zegt Raoul Morlet, de toenmalige drummer van Brasseur. ‘Aan het einde van de week stelde hij aan André voor om met hem mee te gaan op tournee. Maar hij heeft geweigerd. André wou trouw blijven aan zijn favoriete muziekstijlen: de blues en de jazz.’

Brasseur droomt ondertussen van het orgel onder de orgels. Het is het instrument waarop zijn grote voorbeelden Jimmy McGriff en Jimmy Smith spelen: de Hammond B-3, het grotere en veel krachtigere vervolg op de Hammond Spinet. Voor een jonge muzikant uit het kleine België is zo’n machine op dat moment onbetaalbaar. ‘Welgeteld 228.000 Belgische Frank (5.700 euro) kostte die B-3 toen. Voor een Porsche betaalde je 300.000 Belgische Frank (7.500 euro).’

Gelukkig heeft hij een kolossale konijnenpoot. Een collega van zijn echtgenote erft onverwacht een grote som. Ze schenkt Brasseur het cadeau van zijn leven. Letterlijk en figuurlijk. Zijn Hammond werkt na 50 jaar nog feilloos. ‘Eén druppel olie per jaar volstaat qua onderhoud.’
 

MONSIEUR INDICATIF

Producer Roland Kluger is in 1965 op zoek naar jong talent. De man komt uit een beroemde Belgische muziekdynastie. Vader Jacques Kluger haalde Duke Ellington en Louis Armstrong naar België en was een gerespecteerd muziekuitgever. Hij waakte onder meer over het oeuvre van Jacques Brel. De man overlijdt zeer jong. Zijn zonen Jean en Roland, dan prille twintigers, nemen het bedrijf met succes over.

Roland Kluger spot Brasseur wanneer hij met zijn orkest speelt in Hotel Métropole in Brussel. Hij vraagt hem om nummers te bedenken met melodieën die heel duidelijk André Brasseur zijn. ‘Ik speelde verschillende stukken voor hem, maar er was altijd wel iets wat schortte. Het was duidelijk: hij zocht een hit. Ik ben toen woedend naar huis gegaan en ben op mijn Hammondorgel beginnen te bonken. En net dat vond hij goed natuurlijk.’

De titel van het nummer is ‘Early Bird Satellite’. Naar de Early Bird, de eerste commerciële communicatiesatelliet die dat jaar - 1965 - wordt gelanceerd. Officieel heette hij Intelsat I maar iedereen had het over de Early Bird. De inspiratie kwam van het Engelse spreekwoord ‘the early bird catches the worm’.

Zelfs volgens de laagste schattingen zijn er meer dan 6 miljoen stuks van het nummer verkocht. Het is één van de grootste Belgische hits aller tijden en vermoedelijk ook één van de meest succesrijke Europese instrumentals ooit. ‘De mensen waren er klaar voor, denk ik. Het was het einde van The Shadows en de vele andere gitaargroepen. Ik ben op het juiste moment met iets volledig nieuws komen aanzetten.’

Het unieke geluid van ‘Early Bird Satellite’ is het gevolg van een fout tijdens de opnames. ‘Ik vond de klank van de Hammond alleen niet krachtig genoeg. Dus wou ik er in de studio een koortje aan toevoegen. Opnametechnicus Roger Verbestel nam het per ongeluk te traag op. Op normale snelheid bleken die véél te hoge stemmen tonaal echter verrassend goed te kloppen. Bovendien gaven ze een enorme boost aan het nummer. Ook al kan je ze in de eindmix nog nauwelijks horen. We zijn die ‘smurfenstemmen’ op mijn eerste platen blijven gebruiken.’ De misstap laat het nummer klinken als een prototype van de elektronische dansmuziek van de 21ste eeuw. The Chemical Brothers, wat voorafging…

‘Early Bird Satellite’ is de tweede single van - voluit - André Brasseur And His Multi-Sound Organ. Ook zijn debuutsingle ‘Hold Up/Far West’ (1965) had, zij het op een iets bescheidener schaal, heel wat in gang gezet. Het nummer valt in de smaak van Jean-Claude Mennesier, een populaire radiomaker van de RTB, de Franstalige Belgische omroep. De man vraagt aan Brasseur of hij de herkenningsmelodie wil schrijven voor ‘Intervilles’, een wekelijkse weekendshow waarmee hij langs Waalse steden trekt. Brasseur schrijft ‘Special-230’ (het programma duurde 4 uur, vandaar het getal 230). Zes weken later wil Menessier al een nieuw kenwijsje. En zes weken later opnieuw. ‘Roland Kluger begon na een tijd met opzet materiaal in te houden (lacht).’’

Het wordt een internationaal gebruik. Overal in Europa kiezen dj’s en televisiemakers het oeuvre van Brasseur als generiekmuziek. Noel Edmonds gebruikt ‘Holiday’ op BBC Radio 1, ‘Early Bird Satellite’ is de titelmelodie van de Duitse televisieuitzending Micro-Macro, ‘Pursuit’ leidt Micro Scope op het Franse station Europe 1 in…

De zogeheten ‘zeezenders’ plunderen de hele catalogus. Het waren illegale radiostations die eind jaren 60, begin jaren 70 uitzonden vanop een schip op de Noordzee. Ze mikten op luisteraars in België, Nederland en Groot-Brittannië. De bekendste zenders waren Radio Mi Amigo, Radio Veronica, Radio Atlantis en Radio Caroline. De populairste tunes van Brasseur waren ‘The Kid’, ‘Experience’ en het onvermijdelijke ‘Early Bird Satellite’.

Ook in het nachtleven slaat Brasseur ogenblikkelijk aan. ‘The Kid’ wordt populair in The Twisted Wheel in Manchester. Die legendarische club staat in de geschiedenisboeken vermeld als de wieg van de northern soul, een dansfenomeen dat grote populariteit kende in de late jaren 60. ‘The Kid’ staat ook hoog in de Northern Soul Top 500, een ultieme lijst die is samengesteld door kenner Kev Roberts.

Hoewel hij het succes van ‘Early Bird Satellite’ nooit meer weet te evenaren, blijft Brasseur een begrip in alle windhoeken van Europa. Hij staat in de Parijse Olympia met Adamo en is talloze keren te zien op de Duitse televisie. Een regisseur vindt dat zijn Hammond er te vaal uitziet in beeld. Hij vraagt aan Brasseur of het orgel helemaal in het goud mag gelakt worden. Vanaf dan presenteert hij zich als The Golden Organ Of André Brasseur. De goudlaag is er nooit meer afgegaan.
 

POW-POW + LA LOCOMOTIV’

Op 16 december 1967 opent een nieuw etablissement in Marche-en-Famenne, een kleine stad in de Belgische provincie Luxemburg. Het heet Pow-Pow en het afficheert zichzelf als ‘Dancing-Grill-Stereosound’. Je kan er eten, drinken en dansen. De uitbaters zijn André Brasseur en zijn echtgenote. ‘Ik begon goed geld te verdienen. Ik zag dat er in het zuiden van België steevast 1.000 mensen op mijn concerten afkwamen. Dus dacht ik: ik kan mijn centen beter investeren in iets wat ik ken, het nachtleven, dan het op de bank te zetten.’

Het zakelijk instinct van Brasseur werkt perfect. De Pow-Pow draait goed van bij de start. De uitbater houdt zijn andere beroep zo goed als volledig buiten de deur. Brasseur treedt maar twee keer per jaar op in zijn eigen zaak: één keer van oud op nieuw en nog eens op een soort van zelfverklaarde oudejaarsavond in het midden van zomer.

In 1969 opent Brasseur een tweede dansgelegenheid. La Locomotiv’ ligt in het midden van de velden in Barbençon, op een kleine 100 kilometer van Marche-en-Fammene. De naam komt van de levensgrote stoomlocomotief voor de deur. ‘Brouwerij Vandenheuvel uit Brussel wou het drankcontract binnenhalen,’ zegt André Brasseur. ‘’OK’, zei ik. ‘Maar dan wil ik als blikvanger voor mijn zaak de stoomlocomotief hebben waarmee jullie hier in de fabriek de biervaten vervoeren.’ Dat was niet alles. ‘Ik wou niet dat ze de schoorsteen doorknipten voor het transport. Dat betekende dat er een route zonder bruggen moest gevonden worden om het gevaarte van Brussel naar Barbençon te vervoeren. Die locomotief is meer dan 300 kilometer - in plaats van 100 kilometer - onderweg geweest.’

Pal tegenover La Locomotiv’ baat Brasseur een tweede zaak uit: L’Auberge du Cheval Blanc. ‘De pintjes waren goedkoper daar. Tijdens de snelle nummers ging men gauw iets drinken aan de overkant. Maar tijdens de slows kwam iedereen terug.’ Het zijn zaken met een ziel die 800 bezoekers per avond halen. Op een gegeven moment zijn er 80 mensen in dienst.

De bloeiende horecacarrière is nefast voor de loopbaan van de artiest. Die heeft amper tijd over. Toch blijft Brasseur in al die drukte straffe dingen maken. Een mooi voorbeeld is ‘Stress’ (1979), een disconummer à la Jean-Michel Jarre dat hij uitbrengt onder de naam André & Leslie. ‘A cosmic disco bomb’, zegt een Britse kennerssite. ‘Easily as good as classics from Cerrone and Space.’ Een originele maxi op vinyl gaat gemakkelijk 100 euro.

Brasseur is ook altijd blijven muziek maken. Halfweg de jaren 80 kapt hij met de twee dancings. Hij is mentaal leeg en wordt weer voluit artiest. Hij speelt samen met Roland Van Campenhout, de bekendste Belgische bluesmuzikant, en hij schittert op ‘Night Owls’ (1990) en ‘Time Flies’ (1992), twee Europese successalbums van de Belgische groep Vaya Con Dios.

Frontvrouw en bezielster Dani Klein wou Brasseur er absoluut bij. Hij kleurt de hits ‘Nah Neh Nah’, ‘Heading For A Fall’ en ‘What’s A Woman’. Dat laatste nummer wordt de grootste hit van Vaya Con Dios. Het haalt de Top 10 in België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zwitserland. De drummer op dat nummer is oude bekende Bruno Castellucci.

Brasseur entertaint vandaag oud en jong in een paar restaurants in en rond zijn woonstad Namen. Solo, met een kleine Hammond. Op zijn 75ste speelt hij nog drie tot vier keer per week. De man blijft filosofisch bij de vraag of hij kansen heeft gemist. Hij is er nog altijd niet uit of het zoveel beter zou geweest zijn als hij op een grote(re) muzikale carrière had gemikt. Spijt is er alleszins niet. ‘Mijn enige ambitie is altijd geweest om de mensen te laten dansen.’ Dat doet hij ondertussen al meer 50 jaar. Op het instrument waarop hij al een halve eeuw verliefd is. ‘Al blijft het een constant gevecht met mijn Hammond: ‘Ha, deze keer heb ik je er niet onder gekregen, maar de volgende keer lukt het me zeker wel’ (lacht).’